HET JAAR 2022
De Monitor Discriminatie 2022 regio Rotterdam geeft een overzicht van meldingen bij anti-discriminatievoorzieningen (ADV’s) en door de politie geregistreerde discriminatie-incidenten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan verzoeken en oordelen bij het College voor de Rechten van de Mens. Gelijk-tijdig met deze monitor verschijnt het landelijk rapport Discriminatiecijfers in 2022.
Discriminatie
Discriminatie is het ongelijk behandelen van mensen op basis van kenmerken die er in de situatie niet toe doen, zoals hun herkomst, godsdienst of geslacht. Deze kenmerken worden discriminatiegronden genoemd. Mensen die discriminatie hebben ervaren of waargenomen kunnen dit melden bij een ADV. In de politie-eenheid Rotterdam zijn dit RADAR en Discriminatie Meldpunt Goeree-Overflakkee. Afhankelijk van de situatie kunnen slachtoffers ook terecht bij de politie of het College voor de Rechten van de Mens. Onderzoek toont aan dat slechts 3 procent van de discriminatie-ervaringen wordt gemeld bij een instantie die discriminatie registreert. (1) Mensen blijken het herkennen, benoemen en melden van discriminatie vaak lastig te vinden. (2) Veel incidenten blijven daardoor buiten de registraties.
ADV’s en politie
De ADV’s ontvingen in 2022 422 meldingen van discriminatie over voorvallen in de regio Rotterdam. Dit is 8 procent minder dan in 2021. Het aantal meldingen over herkomst of huidskleur is licht toegenomen en bedraagt ruim de helft van het totaal. Er waren ook meer meldingen over godsdienst, geslacht, leeftijd en seksuele gerichtheid dan het jaar ervoor. Het terrein waarover de meeste meldingen binnenkwamen was de arbeidsmarkt. De politie registreerde in 2022 897 discriminatie-incidenten, (pop-up) wat 11 registraties minder zijn dan het jaar daarvoor. Het grootste deel van de politieregistraties ging over de gronden herkomst en seksuele gerichtheid.
College voor de Rechten van de Mens
Het College voor de Rechten van de Mens ontving in 2022 uit regio Rotterdam 95 verzoeken om een oordeel. Dit is 26 procent minder dan een jaar eerder. De meeste verzoeken hadden betrekking op de gronden herkomst, nationaliteit en geslacht. Verzoekers voelden zich gediscrimineerd op de terreinen arbeidsmarkt, sociale bescherming en goederen en diensten. Op basis van de gelijkebehandelingswetgeving kan het College beoordelen of er sprake was van discriminatie. Het College bracht over 16 verzoeken een oordeel uit, waarvan er 7 keer sprake was van verboden onderscheid.
...............
De Surinaams-Nederlandse vriend van een melder heeft sinds twee weken een nieuwe baan in de bouw. Op zijn werk maken witte collega’s racistische opmerkingen en pesten hem. Zo zeggen collega’s onder andere: ‘Ik wil geen n* in mijn bus.’ Het slachtoffer heeft zijn ervaringen gemeld bij de leidinggevende en vervolgens zijn er excuses gemaakt. Toch blijft het pesten doorgaan. Het maakt de vriend van de melder erg verdrietig.
...............
Noten
1 Andriessen, I., Hoegen Dijkhof, J., Torre, A. van der, Berg, E. van den, Pulles, I., Iedema, J. en de Voogd-Hamelink, M. (2020). Ervaren discriminatie in Nederland II. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
2 Andriessen, I. (2017). Discriminatie herkennen, benoemen en melden. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
...............
Pop-up
Het gaat bij deze incidenten niet alleen om meldingen en aangiftes van discriminatie, maar ook om andere incidenten met een (mogelijk) discriminatoir aspect. Een discriminatoir aspect is bijvoorbeeld het roepen van discriminerende scheldwoorden tijdens een mishandeling.
...............
LEES HIER EEN VERHAAL
Zwangerschapsdiscriminatie
Ruby: ‘Tijdens een sollicitatiegesprek kreeg ik te horen dat mijn competenties en ervaring goed aansluiten bij de functie, maar dat het onhandig is dat ik met zwangerschapsverlof zou gaan. Ik werd daarom niet aangenomen, maar het bedrijf wilde mijn sollicitatie na het verlof wel weer in procedure nemen. Ik voelde me gediscrimineerd op grond van zwangerschap en ben met ondersteuning van RADAR een procedure gestart bij het College voor de Rechten van de Mens. Het College oordeelde dat er daadwerkelijk sprake is van verboden zwangerschapsdiscriminatie. In een persoonlijk gesprek bood de werkgever zijn excuses aan. Ik ben blij met de uitspraak en de ondersteuning door RADAR.’klachtbehandelaar vraagt aan de wederpartij wat er precies is gebeurd. Zij geven toe dat de meldsters nooit uitgesloten hadden mogen worden van de sollicitatie, maar wijzen ongelijke behandeling van de hand. Er loopt nu een procedure (verzoek om een oordeel) bij het College voor de Rechten van de Mens, omdat de ADV meent dat hier wel sprake is van ongelijke behandeling op grond van handicap/chronische ziekte.